China...een immens land. Maar men moet ergens beginnen, nietwaar? En de meest westelijke stad was meteen misschien wel de boeiendste sinds Etikhove City. Wow, straffe woorden na zoveel indrukwekkende steden gezien te hebben ondertussen. De truckchauffeur had ons al heel duidelijk gemaakt dat hij géén Chinees was, maar een Uyghur. Qua uiterlijk duidelijk meer Centraal Aziatisch dan Chinees. Hij noemde de Chinezen in één adem ook fascisten en narcisten. Welkom in Xinjang, de grootste provincie van China! Kort daarop werd me duidelijk waarom er zo'n haat jegens de Chinezen is hier. Voor de jaren '50 was dit nog onafhankelijk gebied, Oost-Turkestan en sindsdien hebben de Chinezen dit gewoon zichzelf toegeeigend, blijkbaar vrij invasief want ondertussen stromen ze met miljoenen toe in dit deel van het land, aangemoedigd door de overheid door 110 dollar pp en belastingkortingen toe te kennen aan wie emigreerd naar hier. Nu ja, dit is kort de recente geschiedenis van deze provincie, en dit boeit me heel erg sinds ik hier ben. Ik kan hier lang over uitwijden, maar dit is de bedoeling niet, he?
Het resultaat is wel dat Kashgar een heel bruisende en interessante mengelmoes is van vele culturen. En dat uit zich natuurlijk ook in de keuken, iets waarvan ik geen genoeg van krijg, ik wil echt vanalles proberen.
Al eeuwen is Kashgar een belangrijk kruispunt geweest op de Zijderoute, en nog steeds vandaag is de zondagsmarkt hier één van de grootste in Azië, en die markt was genoeg om mij een hele dag bezig te houden, en mijn vitamientjes aan te v ullen met allerlei lekkers, maar ook wat inkopen te doen. Diezelfde zevende dag van de week gebeurd er nog iets spectaculairs die je enkel hier zo groots kunt meemaken. In Kashgar komen iedere zondag van heinde en ver herders en boeren te kar, motoped of truck 'en mass' toe op de wekelijkse veemarkt. Kamelen, yaks, geiten, schapen, koeien, paarden en ezels, alles kan er een nieuw baasje vinden. Héél indrukweekend om het hele spektakel te aanschouwen.
Na Kashgar gingen Mark, Timon en ik terug onze eigen weg. Voor mij betekende dit recht de enorme Kazalkamwoestijn inrijden. (in plaats van normaal gezien naar de Pakistaanse grens toe te rijden) Na de bergen van Kyrgyzstan waar achter iedere bocht een nieuw uitzicht loerde, was het eentonige van de woestijn wel een beetje saai. Weliswaar mooie gekleurde zandbergen aan de linkerkant, en het oneindige niets tot aan de horizon rechts. De enige opwinding is een kudde kamelen of eens een slangetje die je band probeert te ontwijken. Ook de kranen van de Chinezen die een nieuwe weg aan het bouwen zijn wat verder zijn ook nooit uit het oog.
"In the middle of the desert, in a town without a name, a stranger came in walking..." (Ghost train, Headstarts") Zo voelde ik me iedere keer ik zo'n een stoffig, vies woestijndorpje doorkwam. Ideale plaatsen om de voedsel en watervoorraad aan te vullen. In één van die kleine dorpjes vroeg ik een oudere man of dit Sanchahou was, hij knikte bevestigend. De kleine jongen naast hem wees naar enkele chinese tekens die de naam van het dorpje moesten voorstellen, met een uitdrukking van "kunt gij niet lezen misschien?!"  Neen, klein jongetje, ik kan je tekens niet lezen, die voor mij stuk voor stuk raadselachtige kunstwerkjes zijn. In Xinjang staat alles ook in het Arabisch (of is het Farsi?), voor de Uyghur gemeenschap, maar dat helpt me al evenmin.
Ik zag het die dag al de hele dag in de lucht hangen, een soort smog, of bruine mist, ik wist het niet. S middags stak plots een sterke wind op, eentje die mijn stuur harder deed vasthouden, maar nog steeds werd ik van de weg geblazen. Ook het zicht werd plots heel beperkt, ik was in een zandstorm terecht gekomen. Het werd te gevaarlijk om te rijden en besloot te schuilen in een gat naast de weg, ideaal moment om wat te eten, dacht ik. Laten we zeggen dat het een bijzonder knapperige lunch was met al dat zand die overal invloog. Heel vreemd, maar een uurtje later was het heldere hemel en konnen we weer het zadel op.
Ook hier een logica die ik niet begrijp. Waarom een waterverslindende krop als een katoenplant hier telen?! Midden de woestijn? Het is plukseizoen en constant rijden grote vrachtwagens me voorbij met het basisproduct voor je Abdibas-T-shirt. Een originele Abdibas weliswaar, Made in China, want alles hier word nagemaakt, soms met een letter verschil van gekende merken, soms gewoon klakkeloos gekopieerd. Ikzelf loop nu ook rond Boss-kousjes.
Reken even met me mee. Van de grens van Kyrgyzstan tot de grens van Vietnam is het ongeveer 6000km (!) Allemaal te rijden in China. Een toeristvisum kan slechts 2x verlengd worden, wat een maximum verblijf van 3 maand betekent, maar dan moet je ze goed op elkaar laten volgen. Ik moet ook in Hanoi zijn in Vietnam tegen Kerstmis. Dit alles betekent dus dat ik 2,5 maand heb voor die enorme afstand. Reken daarbij ook dat de winters in het deel dat ik later ga doorkruisen heel koud kunnen zijn. Aangezien het leuk moet blijven en ik nog wat wil zien ook, heb ik voor dit saaiere deel een makkelijke manier van reizen gekozen. Van Aksu naar Urumqi heb ik een slaapbus genomen. Ik denk niet dat ik iets gemist heb onderweg.
Twee dagen verder fietsen bracht me naar het diepste punt van China, Turpan. Een plaats van extremen, door zijn lage ligging is het ook de warmste plek in het land. En inderdaad, het is nog lekker warm hier in oktober. Het is ook de druivenstreek bij uistek. Overal zijn druiven te zien. Ik ben wel te laat voor de pluk, maar overal zijn te nog te krijgen. Ookk in zijn droge vorm, rozijntjes, die overal hangen te drogen in speciale drooghuizen. Leuke streek. Het is ook de plaats die het verst ligt ter wereld van eender welke oceaan.
Nu is het weer tijd om de laatste 100-den kilometers door de woestijn te rijden, daarna komt het echte China aan de beurt!
Ik heb weer het gevoel dat ik nog zoveel kon schrijven, er gebeurd zoveel. Maar terug, het mag niet te langdradig worden.
Ah, en voor zij die het zich afvragen, ja, ze eten hier met stokjes, en dat lukt aardig.
 
Ik weet het, dit nieuw verhaal heeft lang op zich laten wachten. Excuses voor zij die ongerust waren. Maar luister...
Nadat ik het Chinese visum in handen had, was het terug tijd de fiets op te springen. Nadat ik Bishkek verliet werd het terug rustiger en reed ik naar het grote meer dat een groot deel van het oppervlak van Kyrgyzstan bepaald, misschien wel het enige vlakke deel van het land.
Langs beide zijden van het meer had ik zicht op besneeuwde bergpieken, die deel uitmaken van de machtige Tien Shan bergketen, terwijl het langs het meer vlak was. Vele kleine dorpjes waar oude dametjes hun appels aan de man proberen brengen leidden me naar het Ibiza van Centraal Azie, waar de betere burgerij uit de omringende landen als Kazachstan en Rusland hun zomervakantie doorbrengen. In september is het  eerder een verlaten stadje met hier en daar nog een verloren gelopen Rus op slippers.
Eenmaal in Karakol aangekomen besloot ik dat het weer tijd was om de wandelschoenen weer aan te binden (eigenlijk de zelfde schoenen als waarmee ik fiets, maar gewoon om aan te geven dat ik terug de bergen intrek) en een mooi natuurpark in de bergen te bezoeken. Qua fysieke inspanning niets vergeleken met de trektocht nabij Bishkek, maar het bracht me in een erg Zwitsers aandoend landschap, inclusief sneeuwpeiken en de berg Palatka (Russisch voor tent) op de achtergrond. Door thermale werking in de streek bvarst de streek van hotsprings, en ideaal om een heet bad te nemen op 3000m hoogte. De dag erna heb ik mijn wandelcompagnons  uit Zweden en Italie achtergelaten en de terugtocht aangevangen, waar ik nog uitgenodogd werd bij een herder in zijn tent met heerlijke thee en verse melk.
Ik kreeg plots het koud zweet toen ik begon te rekenen hoever het nog was naar de Chinese grens. Geen erg, tijd genoeg zou ik zeggen, ware het niet dat volgens de Chinese kalender een of andere feestdag is, waardoor enkele weinig gebruikte grenzen sluiten gedurende die periode. Mijn doel was dus om er te geraken voor de 28ste. Ik begon aan mijn epische tocht met een duidelijk doel. Langs het meer bleef het (ondanks het afgeleefde asfalt) vlot fietsen. Van zodra ik van het meer weg ging, begon het avontuur pas goed, een avontuur dat maar liefst 2 weken zou duren. Waarschijnlijk de meest intensieve en mooiste van deze trip.
De bergen die ik langs het meer zag waren nu de obstakels die ik moest bedwingen op weg naar mijn doel. Dit zou goed geweest zijn, ware het niet dat de weg vanaf daar al heel erg leek op die van de tijd waar de weg alleen nog maar bevolkt werd met kamelen  tijdens de gouden jaren van de Zijderoute. Alles in mijn tassen werd hard op de proef gesteld door het onophoudelijke schudden. Steeds hoger klimmen, de ene col na de andere bracht me naar ongekende hoogtes met de fiets, steeds beloont met prachtige vergezichten. Ergens onderweg op dit stuk heb ik ook mijn 10000ste km gereden.
Een ander gevolg van die hoogte is dat de temperatuur zich heeft aangepast aan tijd en geografie. De trui en fleece die tot nog toe vnl dienst deed als isolatie voor het eten overdag en snachts als hoofdkussen, doen nu waar ze voor gemaakt zijn, me warm houden.
Vanaf Naryn zag ik mijn deadline niet meer zitten met een verschrikkelijke weg en bijhorende cols in het vooruitzicht. Ik besloot  mijn duim uit te steken, en een stukje te zeuren. Niet evident op een weg waar geen kat langs komt, enkel een oerdegelijke Russische Lada die het aandurft deze weg te berijden, jammer genoegg reeds vol mensen. Tot een truck verlossing bracht en me over het lastigste deel hielp. Hebben die mannen gelachen toen ik zei dat fietsen een hobby is, terwijl we over de putten hotsten.
Ik had al een tijdje sporen gezien van fietsen, maar bij de afdaling van een col met mijn mechanisch vervoer zag ik plots 2 moedige oude bekenden die ik leren kennen had in Bishkek, Timon (Nl) en Mark (UK). Zij hadden hetzelfde doel voor ogen, maar moesten me toch overtuigen om mijn fiets uit het weliswaar weinig comfortabele voertuig te nemen. Maar toen zei Mark de magische woorden "Fortune favours the brave", wat zoveel wil zeggen als dat goede dingen voorkeur hebben voor zij die moedig zijn. Dit betekende evenzeer dat het vanaf toen eens te meer een fysieke uitdaging zou worden. Met z'n drieen vervolgeden we de dirtroad tot het asfalt terug onder onze banden verscheen, tot blijdschap van lichaam en fiets.
Vanaf Osh is de baan steeds gaan stijgen en steeds kalmer en spectaculairder gaan worden. Dagenlang hebben we geklommen, eerst over een pas van 2400m, dan 3615m tot we op een plateau bleven rijden op ongeveer 3200m, misschien wel de mooiste en meest magische kilometers van deze trip. Ver boven de boomgrens, waar de elementen der natuur vrij spel hebben en het weer ieder moment kunnen doen omslaan. Langs beide kanten van de weg sneeuwbergen die eigenlijk niet meer zo veel hoger boven de weg uistaken. En het kamperen is hier echt wel heerlijk, met z'n drieen koken we best lekkere maaltijden. Het is koud weliswaar als het snachts -6 vriest in je tentje, maar toch geniet ik er erg van.
De laatste dag voor we China binnen konden hadden we weer een klim te gaan, dit keer met ijzige wind opo kop en zonder einde. Op zo'n moment zet je je verstand op "Ijzeren wil" (dat is één standje lager dan "0") Zo kwamen we op een hoogterecord van 3771m! De afdaling kon beginnen, en een eerste grenspost diende zich aan. Trots toonden we ons visa en konden we verder naar de echte grens. Tot onze verbazing kregen we te horen dat het niet meer mogelijk was vandaag de grens over te steken, ondanks het pas 13u was. We kregen een plaats in een verlaten inkomhal toegewezen waar we konden overnachten. Een vreemde verwaarloosde plek waar de ezels regeren eens de grens sloot.
De volgende dag stonden we als eersten aan de grenspost terug. Nu moet je weten dat het verboden is te fietsen van deze grenspost tot de laatste, en dat die laatste zich op 142km bevind van de andere. Om dat probleem op te lossen wordt je aan een truckchauffeur toegewezen. Timon werd van ons gescheiden en samen met Mark bond ik onze fietsen samen in de immense lege laadruimte van de truck. Iets wat nodig was want ik had al de wildste verhalen gehoord over de weg die volgende, en bleek dat geen van die verhalen geenszins overdreven was. Alles wat los zat in de cabine vloog ontelbare keren in de lucht, inclusief Mark die enkele keren naar voren vloog.
Na 5 uur schudden heette een douanebeambte ons welkom in China en wonderbaarlijk kwamen onze fietsen ongeschonden uit de laadruimte.
Van avontuur gesproken, dit waren heerlijke weken. Een nieuw avotuur staat me te wachten in dit deel van dit mysterieuze land. En de fiets? Wel, dat is gewoon een prachtig stuk techniek die me nog geen moment in de steek heeft gelaten, hoezeer hij ook mishandelt is geweest de laatste tijd.
 
Ik laat er geen gras over groeien dacht ik, toen ik in Tashkent aankwam en meteen holde ik naar de Pakistaanse ambassade aldaar. Wat ik daar te horen kreeg was als een donderslag bij de immer heldere hemel. Je kan namelijk geen visum krijgen voor dat land in een ander land dan je eigen! Alles werd even zwart voor de ogen. Paniek, uiterlijk verborgen gehouden voor de beambte daar brak uit, en allerlei scenarios speelden zich af in mijn verstrooide hoofd. Ging ik een vliegtuig naar Belgie nemen, of ging ik vliegen naar een ander land, stopte de reis hier, het waren de eerste dingen die in me op kwamen.
Terug in de hostel waar ik verbleef heb ik me de volgende dagen verdiept in alle mogelijkheden, en zoveel mogelijk info opgezocht op internet.
Aangezien ik niets kon doen in Tashkent ben ik naar een vrij onbekend stuk van Uzbekistan gefietst, met steeds dat probleem in het achterhoofd en hoe een degelijke oplossing vinden.
Via de Kamchikpas van 2267m kwam ik terug in het vlakke Ferghana, de meest welvarende streek van het land en bijgevolg het meest bevolkte. Eindeloze katoenvelden waar overdadig veel water werd geirrigeerd, en daardoor het rechtsreekse gevolg is van de opdroging van het Aralmeer, bepaalden het zicht. Wat hier vooral opviel is dat men hier nog helemaal niet gewoon is aan het zicht van een eenzamere fietser op een overladen fiets. Taferelen die ik eerder in India had verwacht, speelden zich hier af, nl van zodra ik stopte kwam er een stroom van mensen op me af. Zo ben ik ook ergens rond Namangan geinterviewd door een journalist en sta ik normaal gezien te pronken in een of andere plaastelijk krant naast mijn fiets en een hoop mensen.
Ik ben herhaaldelijk uitgenodigd bij mensen, kreeg hier en daar een meloen aangeboden (steeds heel vriendelijk, maar waar stop je zo een groot ding telkens, he), erg leuke streek, en met die gedachte ben ik uiteindelijk na een goede 3 weken het Uzbekistan uitgefietst, ik miste het al alvorens het te verlaten.
Maar natuurlijk staat me nu een veel groter avontuur te wachten, nl Kirgizstan, het land dat geprangd ligt tussen de machtige bergketens van Tien Shan en de beruchte Pamirs, het land van het nomadenvolk dat nog steeds leeft in de vreemde vilten ronde tenten, de yurts. Ook worden hier op het "platteland" traditioneel bruiden ontvoerd door hun toekomstige mannen, wordt er gejaagd met arenden of wordt er zelfs op feestdagen een soort hochey te paard gespeeld met een karkas van een schaap. Je merkt het, ik begin nu wel echt ver van thuis te zijn, and I still love it!!
Ik was nog geen 10km dit boeiende land binnen gereden en mijn eerste (jawel!) platte band was een feit. Nochtans zijn de banen verrassend goed, zeker in vergelijking met Uzbekistan. Ik vervolgde de weg en zag meteen dat dit een fysieke uitdaging ging worden toen ik de bergen snel op me af zag komen. Kamperen is hier een echte droom, op de meest idyllische plakken kan je hier overnachten, en ik weet ze hier wel uit te kiezen. En hier komen de mensen niet uit het nergens telkens je tent opstaat, in tegenstelling met het vorige land.
De volgende dag zag ik plots 3 Franse collega fietsers en hebben 2 dagen samen gefietst. Verrassend hoeveel fietsers hier zijn, zo kwam ik nog 2 Polen tegen, een Nederlander en een Frans koppel. Steeds leuke ontmoetingen. Maar dan begon het echte werk voor de beentjes, enkele passen van boven de 2000m moesten me voorbereiden op de 2 passen van boven de 3000m. Maar wat je ervoor in de plaats krijgt is het zo erg waard, wat een mooi landschap. Ik dacht, hier zijn geen woorden voor en niemand kan dit met woorden uitdrukken, ik film dit. Maar ik heb net moeten vaststellen dat mijn beperkte informatica kennis het niet toelaat om deze op de blog te zetten, superjammer, want hda jullie graag meegenomen door de streek met eindeloze steppes, besneeuwde bergpeiken waar mensen leven in hun yurt. Je zal het moeten doen met fotos, vrees ik.
Een erg lange afdaling (nog zo een beloning na het klimmen) bracht me uiteindelijk na 9 dagen fietsen sinds Tashkent in Bishkek, de hoofdstad. Weinig interessante dingen te bezoeken, maar die 9 dagen op de fiets hebben me doen besluiten om met een bloedend hart Pakistan (en de Karakoram Hwy) en India over te doen slaan! Nu staat mijn besluit vast en ga ik over China naar Zuid Oost Azie. Ik heb gisteren op een vrij dubieuze manier mijn Chinees visa kunnen regelen hier. Kost me wel wat meer, maar als ik hotelreservaties, vliegtuigboekingen, papieren van het werk, enz moet regelen met lange wachttijden en dan nog niet zeker ben dat ik het heb, denk ik dat het me zeker meer zou gekost hebben.
Morgen zet ik de fiets eventjes op verdiende rust voor enkele dagen, en trek ik de bergen in voor een paar dagen trekking met enkele mensen van de hostel, in afwachting van de visa.
Dus ja, de plannen zijn drastisch veranderd, maar ik  ben zeker dat het westen van China ook heel wat te bieden heeft. Ik heb alvast enkele veelbelovende
 
Het moet zowat veruit de meest gestelde vraag zijn hier. Zelfs zonder eerst Salaam te zeggen of iets in die zin. Neen, "van waar ben je?" Best wel grappig.
Na de grens overgestoken te hebben had ik meteen door dat Uzbekistan, buiten dat het buren zijn, niets gemeen hebben met elkaar. Aan de grens werd ik van alle kanten geholpen, zelfs door de douanebeambten. Nadien lag de weg helemaal open in dit immense land. Langsheen eindeloze katoenvelden reed ik rechtsreeks naar Khiva, eens een bruisend ommuurd stadje midden de woestijn, die barstte van het leven met handelskaravanen en kamelen, nu een rustige plaats met prachtige gebouwen die doen herrinerren hoe het toen moet geweest zijn. Ik ben nu namelijk op de legendarische Zijderoute beland, en zal die wellicht nog een hele tijd volgen. De oude handelsroute die Istanboel verbond met Xian in China en met zich een waaier van handelsproducten, culturen, kunst, religie en ziekten met zich meevoerde. Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat zelfs tot op de dag vandaag deze handelsroute misschien levendiger is dan ooit. Misschien niet meer met kamelen en karren, maar de grote vrachtwagens uit allerlei landen razen me vandaag voorbij, bij zich de producten die relevant zijn voor onze maatschappij.
Khiva was de perfecte plaats om een eerste kennismaking te hebben met de rijke cultuur van dit land, de prachtige, met azuurblauwe tegeltjes bezette minaretten, medressas en moskeen. Toen Marco Polo hier ooit langs kwam en thuis zijn verhaal deed, moest de man leven met het feit dat niemand hem geloofde hoe mooi deze steden wel zijn.
Na Khiva wachtte me een grote uitdaging, misschien wel de grootste tijdens deze reis, namelijk een 500km rit door een immense, meedogenloze woestijn. Ik bereidde me goed voor en vertrok, eerst nog redelijk groen met dorpjes en katoenvelden, totdat ik de brug overstak. 100-den kms vlakke woestijn. Laat ik eerst even de reisgids Lonely Planet citeren: "Only the insane or deeply unfortunate find themselves in desert in July and August". En dan hebben ze het zelfs nog niet eens over fietsers! De dagtemperatuur is hier boven de 50°C in de zon, maar dat is nu ook precies waar ik rijd, natuurlijk. Maar aangezien de lucht erg droog is, is dit nog best te verdragen, gewoon heel veel drinken.
Die avond werd ik nog uitgenodigd door een visser en werd terug heel hartelijk ontvangen en werd de vis onmiddelijk klaargemaakt, samen met nog vele andere bordjes vol lekkers. Een vriend van hem schonk me een kommetje vodka in, voor hem iets wat meer leek op een soepkom. We klonken, ik nipte terwijl hij meer van het ad fundum-type was. Mijn verbaasde blik ontblootte zijn rij gouden tanden en verraadde zo zijn halsstarrig verborgen fierheid..
De dag nadien reed ik op de daar nog bij erg slechte weg, toen ik plots een andere gek op een fiets zag. Ik haalde hem in en sindsdien rijden we samen. Fulvio is een 48-jarige Zwitser die naar China fietst. We komen goed overeen en is leuk om gezelschap te hebben tijdens het fietsen. Vooral tijdens de trek door de woestijn leek het soms zelfs op een familale zondag namiddagtrip. We stopten aan de (vaak zeldzame) eenzame chaykhana's (theehuisjes) langs de weg en bleven daar vaak meer dan een uur zitten. Erg leuk.
Zo kwamen aan een volgende stad op dit stuk van de Zijderoute, Buchara, uitgeput, maar levend en voldaan na deze helse tocht. Ook hier terug deze magnifieke azuurblauwe gebouwen. Blijkbaar zijn we niet de enigen die deze route volgen, want eerst dacht ik dat ze fietsen verhuurden in de B&B, maar toen ik nader keek, bleken de fietsen allemaal te behoren tot fietsreizigers, allemaal met hun verhalen en reisdoelen. Al die tijd zie je amper een collega, en dan plots is dit een soort verzamelpunt, heel vreemd, maar leuk om eens ervaringen uit te delen.
De weg naar Samarkand, dé heilige der heilige steden, was eerder saai, vlak en vele katoenvelden die eigenlijk niet veel interessanter zijn dan kijken naar een tarweveld. Maar 290km verder was het dan zover, de ooit belangrijkste stad op de Zijderoute, Samarkand, door vele dichters en schrijvers de hemel ingeprezen, ooit het centrum van het immense rijk van Amir Temur, nu een prachtig gerestaureerde stad met misschien wel de mooiste gebouwen die ik ooit gezien heb, samen met Angkor Wat misschien. Ik ben normaal niet echt een fan van oude gebouwen, maar deze laten niemand koud, dat  verzeker ik je.
Een leuk detail in Uzbekistan is het geld. Je hebt er de officiele wisselkoers die ongeveer 1900som is voor 1 dollar. Maar dan heb je nog eens de algemeen aanvaarde zwarte markt wisselkoers, die je 2800som oplevert per dollar, een enorm verschil, nietwaar. In ieder hotel of in een bazaar zijn de Uzbeken maar wat happig om je dollars te wisselen aan de zwarte markt koers.
Nog iets leuk over het geld is, dat het grootste biljet 1000som is. Als je weet dat 1 dollar 2800 som is, en ik 100 dollar wisselde, dan hebben de wiskundigen reeds berekend dat dit een enorm pakket van 280 biljetten opleverd! Heel leuk om zoveel geld in je handen te hebben!
Uzbekistan is echt een aanrader voor cultuurliefhebbers, maar verder oost beginnen de uitlopers van de Himalayas, dus qua natuur heeft het land ook wat te bieden. En woestijn natuurlijk!
Foto's kan ik nu niet uploaden, dat hoop ik te doen in Tashkent, de hoofdstad waar ik weer wat v
 
En de titel mag je letterlijk en figuurlijk nemen, denk ik.
Na een vlekkeloze nacht op de boot van Baku naar Turkmenbashi kwam het land in zicht dat me meteen erna enkele dagen  frustraties zou bezorgen. Ik was al een dag kwijt van mijn 5 dagen transitvisa, maar de authoriteiten van het land zorgden ervoor dat ik nog een extra halve dag zou verliezen door allerlei controles uit te voeren bij aankomst. Na een slopende douanecontrole waarbij alle bagage moest worden doorzocht en nog een extra tax voor wie-weet-waarvoor, kon ik eindelijk Turkmenbashi binnenrijden. Een familie hielp me op de trein naar Ashgabat, de hoofdstad zowat 600km verder. Ik heb geen intentie om te fietsen in dit land aangezien mijn visa dit niet toelaat om in 3,5 dagen dit reusachtig land te doorkruisen per fiets. Eénmaal op de trein begonnen de problemen. De verantwoordelijke van de wagon begon meteen problemen te maken van mijn fiets. Wetende dat een ticket slechts 3 dollar kost, en hij vroeg 70 dollar voor mijn fiets, dan weet je dat dit helemaal van de pot gerukt is. De discussie begon, de trein vertrok en dacht dat ik op mijn gemak zou zijn. Een 10km verder stopte de trein terug, waar de conducteur een zalig misbruik maakte om terug te proberen, nu voor 50 dollar. Dit weigerder ik uiteraard, waarna ik van de trein werd gezet. Mijn fiets was net  op de begane grond, toen de trein langzaam weer aanzette, mijn bagage nog steeds op de trein. Ik ben nog 3x op de terin op en af gesprongen zodat alles mooi verspreid over 100m lag. Met een welgemeende middelvinger naar de corrupte conducteur zag ik de trein in de verte verdwijnen, mij in de woestijn langs de Kapsiche kust achterlatend.
Ik reed naar de weg en begon te liften, een jong koppeltje pikte me op en bracht me naar Balkanabat, 160km. De jongeman hielp me op de trein en zorgde er ook voor dat mijn fiets in de postwagon kon meegaan. Het grappige is dat deze trein dezelfde was waar ik was uitgegooid! Ik sliep wel in een andere wagon.
Eenmaal in de hoofdstad aangekomen wachtte me een andere verrassing. De eerste president na de onafhankelijkheid van het land in 1992 had het nogal hoog in zijn bol, en gaf opdracht om alle gebouwen in het centrum neer te leggen, en vol te bouwen met immense marmeren en gouden paleizen. Nooit zoveel marmer en goud bijeen gezien. Overal het geluiid van kabbelend water die voortgebracht werd door de 100-den fonteinen. Er stond hier ook een gouden standbeeld van dit zonnekind die meedraaide met de zon gedurende de dag.
Ik wou enkele dingen bezoeken, zoals de hoofdstraat en een bazaar, maar steeds werd ik tegengehouden door de mannetjes die je de wet doen navolgen. Dit gebeurde zowat 6 keer die ochtend en middag en dat begon me aardig op de zenuwen te werken. Steeds een kwartier wachten, een vreemde glimlach op hun gezicht en ik mocht weer door, tot de volgende versperring natuurlijk.
Na een dagje rond gereden te hebben en genoeg marmer gezien te hebben, deden 2 mannen me stoppen en vroegen of ze me konden helpen. Ik zei dat ik naar het station ging om naar Darvaza te gaan. Ze stelden voor om mij naar daar te voeren en spraken een prijs af van 10dollar, wat me een goede prijs leek. De fiets geraakte wonderwel op de achterbank, mits het voorwiel eruit te halen. Een van de kerels plooide zich tussen de fiets om erbij te geraken en al snel waren we uit het centrumvan
 
Ik heb zonet twee fantastistiche landen achter de rug. Maar 1 probleem, ik heb de hele tijd mijn ingangsdatum voor Turkmenistan in het achterhoofd moeten houden, aangezien ik maar een 5 dagen transitvisum heb, en deze is vast en kan niet veranderd worden, daarom, en jullie konden het waarschijnlijk al afleiden uit de titel, ik heb valsgespeeld!! Ja, met beschaamde wangen moet ik toegeven dat ik eens gelifd heb in Georgie, en een minibus genomen in Azerbeidjan, om toch maar op tijd te komen in Baku, en nog is het al een dag te laat vandaag, maar daar valt wel een mouw aan te passen hoop ik.
Dit gaf me wel de kans om nog vlug een prachtig natuurpark in de machtige Kaukasus mee te pikken.
Vanaf nu stap ik het grote onbekende in, namelijk Centraal Azie, en weet bijgevolg niet wat me te wachten staat, en hoe ver internet daar al staat.
Ik beloof jullie een uitgebreid verslag over Georgie en Azerbeidjan de volgende keer ik over het wereldwijde web beschik, maar nu moet ik naar de haven om uit te zoeken of er uberhaupt wel een boot vertrekt vandaag.
Ik heb alvast foto's geupload en de map aangepast.
 
Henry, de Ierse fietser, bij het krieken van de dag wakker gemaakt, met als excuus om de hitte voor te zijn, maar de echte reden was om terug op mijn aluminium paard te springen. Na wat opwarm kilometers voelde ik meteen dat ik het erg gemist moet hebben. Jammer dat Henry naar het zuiden moest en ik naar het noorden, want we zouden een goed fietsteam gevormd hebben.
Al snel doemden de bergen op en dat zou zo de hele tijd blijven duren, bergen, zoms bewerkt met landbouwgewassen, soms te ruig en te droog om ook maar iets mee te doen. Maar steeds prachtige uitzichten. Het romantische beeld van de eenzame fietser op eindeloze verlaten banen ging hier volledig  op. Vooral omdat ik besloot om niet de makkelijkste weg naar de Georgische grens te nemen. Toen ik na een dag een kleinere baan nam, had ik het gevoel van het echte Turkije te zijn binnen gedrongen.
Toen ik aan een tankstation vroeg om mijn brandstofpulletje voor mijn kookvuur op te vullen (een halve liter benzine) nam de pompbediende met argusogen het recipient ter hande, en kwam naar de fiets kijken hoe dat aangesloten moest worden op de fiets en waar het motortje zat.
Na een paar dagen had ik smorgens luidop zitten vloeken om die verdomde wind die me de hele ochtend parten speelde, maar dat veranderde snel. Een familie had zich strategisch een woonplek gezocht aan een bronnetje in het midden van een onherbergzaam gebied. Mijn drinkpullen hadden wat aanvulling nodig, dus stopte ik net daar. Ik werd meteen verwelkomd door nieuwsgierige kinderen, toen plots de vader me naar zich toe wuifde. De mensen waren net aan het eten, en ik mocht aanschuiven, niet aan tafel, want dat was er niet, maar aan het tapijt. Een enorme schaal eten met verschillende borden moesten de hongerige magen stillen, zo ook de mijne. Hoewel de familie het duidelijk niet breed had, werd ik hartelijk verwelkomd, en werd me steeds meer eten voorgeschoteld, die met de handen moest gegeten worden. De vader presenteerde me een geroosterde peper, ik vroeg of het zo een hete peper was, de vader bevestigde. Tot hilariteit van de familie stond mijn mond na een seconde in brand. Trots nam de vader vader een volledige naar zijn mond, en liet me weten dat hij er steeds 5 à 6 eet.
Ik sta nu iedere dag heel vroeg op, tussen 5 en 6 uur, om de brandende zon voor te zijn, want nu begint het wel erg heet te worden tijdens de dag, zo'n hitte warvan het pek van de baan aan je banden begint te kleven en je moet stoppen om het af te krabben. Op de middag hou ik dan een siesta'tje ergens onder een boom.  Water vind ik overal aa de kleine bronnetjes die me dagelijks toch een 6 à 7 l water verschaffen. 'S nachts daarentegen kan het dan weer erg koud worden, aangezien ik op een respectabele hoogte zit, tussen de 1000 en 2000m.
Je ziet wat als je zo onder baan bent, vrachtwagens met de vreemdste vrachten, zoals volledig gevuld  met opgeblazen voetballen, kruiwagens, overvol tot 2x de hoogte van hun kuip, mensen op het land die de landbouw aan het beoefenen zijn zoals bij ons, afhankelijk van hun vermogen, 30 à 60 jaar geleden.  De grotere steden zien er vanaf de baan vaak erg saai en oninteressant uit, maar eens je er in gaat voor bvb inkopen, blijken ze net erg levendig en best een bezoekje waard.
Langs een weg in het diepe Oosten van Turkije, deed een jonge herder me plots stoppen, vroeg eerst de gewone dingen, waar ik vandaan kwam en zo, en nodigde me dan uit naar zijn huis. Hij dreef de koeien naar de rivier waar ze de middag zouden doorbrengen, en wandleden een paar 10m terug. Ik werd verwelkomd door de familie en kreeg eerst eerst een kommetje water, gevolgd door een glas ayran (drinkyoghurt-karnemelk) en een groot borg witte moerbeien. Met veel gebaren lukte het om een gesprek aan te knopen met de familie, die er ondertussen allemaal waren komen bijzitten onder de notenbomen. Ik dacht, ik ga maar eens, maar dat werd me verboden, want plots kwam één van de zusjes met terug een enorme schaal eten, allemaal van eigen kweek, aardappelenpuree (lang geleden) , omelet, çorba (linzen-kikkererwtensoep) en nadien afgesloten met thee natuurlijk. Die mensen leven eigenlijk volledig zelfvoorzienend. Wat een gastvrijheid!!!
Na een afschuwelijke klim tot ver boven de 2000m begon de afdaling naar Trabzon aan de zwarte zee. maar ik wou eerst nog het Sumelaklooster zien, een klooster uit de 13de eeuw die gebouwd is hoog tegen een bergflank, en versierd met prachtige fresco's. Tijdens de klim daar naar toe, passeerde me plots een oude mobilhome met zowaar een Belgische nummerplaat. Ik wuifde en ze stopten,bleek dat het een koppel was uit Gent, op roadtrip zonder echte bestemming, samen met hun 2 honden. We spraken boven af. Zij hadden het klooster al bezocht tegen dat ik eindelijk boven kwam. We babbelden wat, en een Franse kerel kwam ons ook vervoegen, ook op roadtrip met zijn oude VW polo break rond de Zwarte Zee. We besloten om samen een kamp op te slaan wat verder langs een rivier. Het werd een heel gezellige middag en avond. Gillaume en ik besloten een forel te gaan kopen wat veder naar beneden en 's avonds klaar te maken op het kampvuur. We kregen de vis levend mee in een plastic zakje, maar na een klein klopje van de achterkant van ons zakmes waren ze al veel minder fel. Nu begon het moeilijkste part, het kuisen van vis, voor 2 leken als ons, was dat geen sinecure. Maar mag toch met een traantje van trots meedelen dat dat bijzonder goed gelukt was. Na het hout verzameld te hebben hebben we de vis op primitieve, doch efficiente manier klaargemaakt. Christopher en Leila hadden ondertussen een heerlijke schotel klaargemaakt in hun mobilhome die perfect samen ging met de heerlijk geroosterde vis. Een heel gezellige avond met erg sympathieke mensen.
Bij het verder afdalen naar de zee de dag nadien werd het me duidelijk dat het snel nog warmer zou worden. Daar waar het in de bergen snachts afkoelt, is dit nu niet meer het geval, en sliep ik op een verlaten strand aan de zwarte zeekust zonder tent of slaapzak.
De streek hier is vooral bekend om zijn hazelnotenplantages en wat verder de theeplantages. Als je dus een stukje chocolade met nootjes eet, is de kans groot dat de nootjes van hier komen. Drink je daarbij een kopje Lipton- of çaykur thee, is de kans ook groot dat die van hier komt. De vele thee drogerijen hier zorgen ervoor dat het hier heel lekker ruikt.
En zo was het dan, na meer dan een maand, tijd om het enorme land te verlaten. Op naar een nieuw onbekend land, waar ik terug heel erg naar uitkijk. Tot dusver een korte samenvatting van mijn wedervaren in het oosten van Turkije.
 
...of toch bijna. Ik ben vanmorgen naar de ambassade van Turkmenistan geweest, en zowaar na wat documenten ingevuld te hebben, wandelde ik buiten met mijn toegangsticket voor het land. Het plan was van zodra ik de visa had, om zo vlug mogelijk de stad te verlaten, maar gisteren is hier een Ierse fietser toegekomen, en samen gaan we morgenvroeg vertrekken om enkele dagen samen te fietsen.
Na 2 weken weer op de baan, ik kijk er echt naar uit. Gisteren heb ik (was het nostalgie?) een toertje gedaan tot buiten het centrum van Ankara om toch weer de juiste spieren in werking te krijgen en het voelde goed aan. Ik ga de blog dus even niet kunnen aanvullen, maar wees gerust, ik zal ergens de bergen en de gastvrijheid van Oost Turkije aan het 'ontdekken' zijn.
 
Zoals het een goede winkel die zijn goederen aan de man willen brengen, betaamt, ga ik hier ook eventjes de gelegenheid aangrijpen om reclame te maken voor een nieuwigheid aan de blog. Met wat tips van andere fietsers deze middag, heb ik na vele pogingen het toch voor mekaar gekregen dat het vanaf  nu mogelijk is om een idee te krijgen van mijn reeds afgelegde route. Ik vind het zelf leuk een idee te hebben hoe ik precies gereden heb.
Je kan dit vinden onder de tab 'route' en dan onderaan 'afgelegde route'.
PS: Hieronder kun je ook mijn sinds vandaag geposte wedervaren lezen over de laatste week.
 
Het was vrijdag, Hazal, het meisje die werkt in de hostel, belde in mijn plaats naar de Turkmeense ambassade aangezien ze daar geen Engels kunnen. Terug stond ik versteld van de regels van zo'n ambassade. Zij kon verkrijgen dat ik het visa zou krijgen na 5 dagen ipv 10, onbegrijpelijk. Maar dat vroeg van mijn kant uit ook een beslissing, ga ik die 5 dagen nog wachten of trek ik mijn koersbroek aan. Ik zette mij 10 minuten aan de tafel en besloot te wachten, maar zeker niet hier, ik ben nu eenmaal geen stadsmens, weet je.
Ik ging naar het busstation en kocht er een ticket voor de eerste bus naar het wonderlijke Cappadocia  met enkel mijn stuurtas als bagage, de rest bleef in Ankara. Een heel nieuwe ervaring, zo met de bus, na al die tijd kilometers gesleten te hebben met de fiets. En moet zeggen, het is toch makkelijker, zo met de bus, je glijdt over het asfalt met het landschap snel aan je voorbij zien gaan, stijgen en dalen, terwijl je rustig een boek aan het lezen bent.
Onderweg stopten we aan een wegrestaurant naast een reusachtig zoutmeer, ik had nog nooit zoiets gezien, en de zon op het fel wit deed echt pijn aan de ogen als je over de oneindige vlakte zout wandelde.
Cappadocie is een plaats die met niets te vergelijken is, het lijkt wel een sprookjeswereld, waar mensen leven in fallusvormige rotswoningen, sommigen zelf tot op de dag van vandaag! En dat in een tijd waar je internet kunt hebben in je tent.
Erosie heeft er de voorbije miljoenen jaren voor gezorgd dat de streek er uit ziet zoals ze nu doet, rotsformaties in de vreemdste vormen,indrukwekkende vergezichten en een stroom aan toeristen als gevolg. Maar dat laatste is normaal, iedereen zou dit moeten zien. Göreme is de ideale uitvalsbasis om dit alles te bezoeken. Sommigen doen dit per luchtballon, een erg populaire en ongetwijfeld erg mooie manier, maar ik besloot de streek van op de grond te ontdekken. En heb bijgevolg 3 dagen door de valleien gewandeld en verloren gelopen. Je hoeft geen jota af te weten over fotografie om hier toch prachtige foto's te maken, de natuur helpt je graag een handje. Savonds had ik het gezellige op toerisme ingesteld dorpje als uitvalsbasis, waar ik iedere avond het gezelschap had van een erg internationaal groepje, waar oa Chili, Iran, VS en Ierland waren vertegenwoordigd en bvb een spelletje pool te spelen.
Na een laatste wandeling op maandagochtend, god, ik miste het toen al, nam ik de bus terug naar Ankara, hopend op goed nieuws de dag erna. Die avond ontmoette ik een koppel uit Denemarken die de ambitie heeft om dehele wereld rond te fietsen, dan durf je amper te zggen dat je 'maar' naar Thailand fietst.
BTW, ik kreeg dus niet gehoopte nieuws, ik moet minstens nog een dagje blijven. Ik wil echt terug op de fiets nu, ik heb vanmorgen zelfs de fiets eens moeten afstoffen.