... Ik kwam dus na lang klimmen, aan de grens van Kosovo. De douanebeambten hadden eventjes wel wat anders te doen dan bezwete fietsers hun paspoort te controleren, aangezien een bende illegale koeien het land probeerden binnen te geraken zonder papieren. Een heel grappig zicht dus, douanemensen die koeien aan het verdrijven waren van aan hun loketten, jammer dat ik daar geen fotos van heb.
Na de beklimming ging het maar liefst 22km naar beneden, zalig! Het schetst wel hoe hoog ik moet gezeten hebben. Een prachtig vlak land voor me uit, Kosovo. Veel goeds is daar waarschijnlijk nog niet over geschreven, iedereen kent het nog wel van de recente oorlog, die aan de grens met Servie nog altijd een beetje aan de gang is, één van de redenen dat ik via Montenegro gefietst ben.
Kosovo is, hoewel nog niet helemaal officieel, een onafhankelijk land met een eigen nummerplaat, vlag en terug de euro (!) als betaalmiddel, wat het toch helemaal doet afscheiden van Servie.
Me laten uitbollend kwam ik aan in Pec, en trok toch meteen de ogen open. Alles lijkt hier zo anders dan in de voorbije Balkanlanden, eigenlijk een beetje terug gaan in de vooruitgang, als ik het zo oneerbiedig mag stellen. Je kan zien dat hier de ontwikkeling een beetje is blijven stilstaan. Niet de mentaliteit van de mensen, bedoel ik, maar wel de infrastructuur in het algemeen. Het was een ongeorganiseerde stad, zonder aangelegde voetpaden, wegen met veel gaten in en veel stof, door de warmte. Maar goed, het had ook zijn charme. Aangezien ik benieuwd was in dit stukje wereld en het al avond begon te worden, besloot ik de nacht door te brengen in de stad, waardoor mijn eerste nacht in een hotel een feit werd, aangezien er hiervan campings of hostels nog geen sprake is. Lekker gaan eten, terug een beetje dezelfde keuken terug.
Aan iedere brug staat een bordje dat tanks voorrang hebben, ik heb er geen gezien, maar als ik er ééntje tegen kom, beloof ik zeker te stoppen.
Iedereen die ik tegenkwam had wel ergens in Europa gewoont of heeft er familie wonen, en spreekt bijgevolg ofwel Frans, Engels of Duits, en meestel zelfs erg goed. Zo wou ik wat fruit kopen langs een kraampje langs de weg en bleek de man 10 jaar in Luik gewoont te hebben en zat ikbijgevolg een uurtje Frans te praten op een stoeltje in zijn winkeltje.
Prizren, in het zuiden, leek een bruisende stad te zijn, terug hectisch, maar meer structuur en een gezellig centrum.
Daar, na het zalige vlakke binnenland  (Kosovo is zo opt zicht omgeven door besneeuwde bergen, maar daarin is alles vlak) begon het terug te stijgen, de 22km zalige afdaling een paar dagen terug om het land binnen te komen, werd nu afgestraft door een ongenadig lange beklimming, de zwaarste tot nu toe, denk ik, 24km, langer dan de Mont Ventoux. Zoals Michel Wuyts het zo plastisch kan verwoorden: 'het is hier soms rijden met de muil open'.
Eenmaal boven, rond de middag, bleek daar zowaar een plaatselijke kermis te zijn, zo net aan de boomgrens, met een restaurantje. Ik dacht me toch even te verwennen met een plaatselijk gerecht, tot de garcon biefstuk-friet voorstelde, en kon het niet laten, hier in Kosovo, boven op nen berg nen goeie biefstuk-friet mét champignonsaus gegeten!
Kosovo, er zal nog veel moeten gebeuren vooraleer het een toeristische trekpleister zal worden, maar aan de mensen zal het alvast niet liggen.
Maaike
6/13/2012 03:02:20 pm

Een verrassend land percies! En enkele gelijkenissen met ons land dus! Hopelijk een beetje genoten van je hotelbezoek. Een douche genomen, mag ik hopen?

Antwoord



Laat een antwoord achter.