Neen, ik ben het niet die intussen is getrouwd met een plaatselijke schone!
Na drie weken terug de fiets op, geen gedoe meer met bussen en hun tijdsschema's. Ik was al snel de hoofdstad uit en bevond me na enkele uren reeds midden het Cambodiaanse plattelandsleven. Iets wat  gepaard ging met nietgeasfalteerde wegen die door de droogte erg stoffig waren. Het is eigenlijk een fietsparadijs voor de minder sportieve fietser, alles is erg vlak, maar toch afwisselend genoeg om niet saai te zijn. Neem daar dan nog bij dat het heerlijk warm weer is (sorry!) Dit heeft als gevolg dat er velen het idee hebben opgevat omenkele weken de Mekong af te fietsen en dagelijks kom ik wel collega's tegen die uit de andere richting komen.
Ook kamperen is hier een garantie op een mooie nacht. Tegen 18u wordt je zonder uitzondering verwent met een prachtige zonsondergang die de hemel errond omhult in een rode gloed. Parkieten die overvliegen naar hun nachtelijke rustplaats geven het een extra touch die je niet doet vergeten dat je door jungle rijd. Aangezien het zo warm is, dek ik mijn tent niet meer met een overzeil zodat enkel een soort muskietennet overblijft en ik snachts in slaap  val met zicht op een heldere sterrenhemel, met aan de horizon de door de maan verlichte schimmen van palmbomen. Ja, een mens zou er lyrisch van worden.
Mijn eerste stop was Kratie, een stadje aan de machtige rivier, bekend om zijn zoetwaterdolfijnen. Dankzij het door toerisme geinfesteerde Zuid Oost Azie ben je hier nooit alleen, telkens je ergens aankomt, heb je al snel contact met andere reizigers. Met een Pool ben ik dan de dolfijnen gaan opzoeken, en gezien. Wat verder stroomopwaarts heb je dan iets wat een benadering moet zijn van het aards paradijs, De lokale bevolking heeft er platformen gebouwd over de rivier met vele hangmatten waar je net boven het water de rest van de middag kan spenderen, met een fris Angkor biertje in de hand. Ja, er zijn slechtere plaatsen om je tijd te verdoen.
Ik was al aan de praat geraakt met een local van Kratie, maar savonds stond hij aan mijn guesthouse met de vraag of ik niet mee wilde naar het trouwfeest van zijn vriend de dag erna. Natuurlijk! Je moet weten dat hier in Cambodiamensen gek zijn van trouwfeesten, en dagelijks kom je wel voorbij enkele feesten en savonds hoor je vaak de schelle klanken van zo'n feest in de verte.
Daar aangekomen bleek het een erg groot feest te zijn, met wel 500 genodigden, waarvan slechts 1 buitenlander, ik. De mensen, vooral de vrouwen waren prachtig gekleed, het leken wel Aziatische barbiepoppen, met lange kleurrijke cocktailjurken, hoog opgestoken haar en een dikke laag make-up, I liked it! Markant detail is dat de bruid tijdens de hele dag van de trouw maar liefst 20x van jurk veranderd!! Ikzelf heb gezien dat ze 3x iets anders aanhad tijdens het avondfeest.
Gezeten aan een grote tafel werd eerst een karton bierblikken uitgezet, samen met 2 zakken ijs. Het bier is niet gekoeld, vandaar dat je steeds bier 'on the rocks' drinkt, iets wat je snel gewoon wordt. Het eten bestond uit maar liefst 6 schotels die in het midden van de tafel gezet werden waar je naar believen van kon nemen. Ondertussen werden de blikken bier in sneltempo over het ijs gegoten in het glas. Al snel zag ik vele genodigden met de 'Asian Flush' op hun gezicht.
Daarna was het tijd om te dansen op de hmmm... vreemde Khmer muziek, vaak melige liefdesliedjes. De eenvoud van het Khmer dansen overtuigde me om ook een danske te placeren op de dansvloer, die eigenlijk gewoon zand en stenen waren en waar een tafel stond in het midden. Rond die tafel word de hele avond gedanst in een cirkel. Allemaal heel indrukwekkend om mee te maken, en werd zo een leuke avond. Om 1u werd samen met de muziek het feest tot een einde gebracht.
Vanaf Kratie besloot ik gewoon via de Mekong rechtstreeks naar de Laotiaanse grens te rijden. De eenvoud van het leven hier is zo mooi te zien. Mensen leven in hutjes uit bamboe, riet en hout. Je rijd hier met één hand aan het stuur en één hand in de lucht om terug te zwaaien naar de vele kindjes die je toeroepen, Hello!
Het is al een hele tijd niet makkelijk  meer om vinden maar hier wordt mijn diepgewortelde chocoladeverslaving abrupt tot een einde gebracht. Door de hitte en het gebrek aan frigo's is het onmogelijk hier dat zoete bruine goud te vinden. Je vind enkel koele dranken langs de weg in de fel oranje frigoboxen gevuld ijsblokken die de ijsmarchand smorgens rondbrengt. Een alternatief voor koele dranken is ofwel een verse cocosnoot te openen ofwel een glaasje versgeperst rietsuikersap.
Ondanks de corrupte grensbeambten aan beide zijden van de grens raakte ik toch makkelijk Laos binnen, na het betalen van wat 'stampfees'. Net over de grens heb je een gebied waar de Mekong erg breed wordt en bezaaid is met vele kleine en grotere eilandjes, gepaard gaande met watervallen, beter bekend als 'De 4000 eilanden' Een klein bootje op, met fiets en al naar Don Det, één van de grotere eilanden en een gekende toeristische plek. Als je overspannen bent om wat voor reden dan ook, dan is dit misschien dé plek waar alle stress wegvalt. Niet dat ik daar last van heb, natuurlijk. Maar de laatste dagen ben ik hier nu, in mijn eigen bungalow'tje over de Mekong, boekje aan het lezen in de hangmat en wat rondwandelen. Fruit neem ik hier enkel nog in, in de vorm van een heerlijk koele shake, buiten de gebakken banaantjes gerekend natuurlijk. Ja, het is hier het mooie leven. Tijd voor wat actie hierna!
Been there, Don Det!
PS ik kan om een of andere reden geen fotos uploaden hier, dus zal voor andere keer zijn.
 
Het moet zowat de meest romantische Kerstavond geweest, daar op de luchthaven van Hanoi, of ook niet. Maar het weerzien van een van mijn beste vrienden na al die maanden was echt ongelofelijk. Klaar om 3 weken de rugzak op de rug te binden en avonturen te beleven. In de hostel tot nog een stuk in de nacht bijgebabbeld.
Meteen de dag erna naar een natuurpark in de buurt van Hanoi gereden, hoog in de bergen gehuld in de mist. In een restaurantje in het kleine dorpje was alles te verkrijgen dat in de bossen rondom leeft, wild varken, soorten herten, slang, rat, echt alles. En dit midden het natuurpark, ze hebben nog wat te leren op dat vlak, lijkt me.
De wandeling in debossen was heel mooi en de mist gaf het een mysterieus kantje mee. Echte tropische wouden en bamboebos.
nadien was het Unesco werelderfgoed en 6de wereldwonder aan de beurt om vereerd te worden met ons bezoek, nl Halong Bay, een baai met opstekende kalksteenrotsen en drijvende dorpjes. Het was meteen duidelijk dat we op het massatoerisme -spoor gekomen waren. Ik kon er best van genieten, na de toeristenloze streken in China, voor Daan was het dan weer wat minder om zo'n horden toeristen te zien. Maar hoedanook, dit mooie wonder der natuur laat niemand onberoerd, zeker een tochtje met de kayak door deze sprookjeswereld was de moeite. Een tochtje met een roze tandem met pantermotief en gemaakt voor mensen half zo groot als wij deed ons wat verder van de massa brengen.
Een busrit van 600km hadden we voor de boeg, niet zo ver dachten we, maar bleek wel maar liefst 23 uur te duren! Ik versta het nog steeds niet, want de bus reed steeds door en de wegen waren zo slecht niet. Maar eenmaal aangekomen op bestemming, Hué, ergens halfweg het lange Vietnam lieten we het niet aan ons hart komen en profiteerden we van de happy hours die de hostel aanbood. De dag erna huurden we een brommertje om naar Bach Ma NP te gaan. Je zou verwachten dat het hier mooi droog weer zou zijn, maar moeder Natuur had een ander idee en bood de streek een stevige douche aan.
De simpele kamer die hadden in het park had niets om ons bezig te houden en buiten regende het onophoudelijk. Wat doet een mens dan? We zochten een klein eetplaatsje in het kleine dorpje, aten wat en hadden al snel leuk contact met de plaastelijke bevolking en kregen rijstwijn aangeboden wat voor ons de start was van een erg leuke middag en avond daar onder een afdakje midden de jungle.
Het park zelf ondergaat grote renovatiewerken waardoor er niemand komt wat ons goed uitkwam. We zagen apen met een roze gezicht en door de regen de dag voorheen hing alles terug in een mist. Heel mooie natuur!
Nieuwjaar in Hué gevierd, door het toerisme in het stadje, was er veel te doen en het was een leuke avond die we niet snel zullen vergeten.
Maar goed, de dag erna, kater of niet, stond er terug een busrit van 23u te wachten, dit keer naar Dalat, een stadje in de bergen. Na de hele kust gevolgd te hebben en de kuststreek vanuit de bus gezien te hebben reden we uren lang omhaag en het zicht werd steerds spectaculairder. Terug dat tropische woud en overal grote watervallen maakten het de mooiste busrit van de trip.
Terug een brommertje gehuurd en de streek wat verkent, en rondwandelen in het gezellige stadje, dat evenveel Vietnamezen lokt dan buitenlanders aangezien het dé stad is van de liefde. Je ziet dan ook overal koppeltjes lopen en de dag afsluiten met een tochtje op een zwanebootje op het meer.
Een blitzbezoek gebracht aan Ho Chi Minh City (Saigon), waar we smorgens erg vroeg aankwamen, waar het nachtleven nog aan de gang was en zaten plots tussen stomdronken toeristen omsingeld door hoertjes.
Wat ik zeker wou zien in HCMC was het oorlogsmuseum, aangezien ik niets wist over de Vietnamoorlog met de Amerikanen enkelel decennia geleden. Wat ik daar gezien heb, heeft ons diep geraakt, wat een verschrikkelijke beelden krijg je daar te zien! Ik had de Amerikanen nooit hoog op, naief en beetje hoogmoedig, maar ik kwam buiten en wou op dat moment nooit voet op Amerikaanse bodem zetten. Wat een laffe oorlog hebben die gasten daar gevoerd. Alles wat ze uitvonden werd daar gewoon op levende doelwitten uitgetest. Ontbladeringschemicalien en Agent Orange hebben mens dier en natuur tot op de dag van vandaag ernstig verminkt. Bovendien werden de Vietnamezen die enkel hun land terug wilden van de Franse kolonisten op de meest barbaarse manieren gefolterd. Ik was beschaamd dat een land die zich voordoet als het schoolvoorbeeld van de wereld deze gruwelijke dingen gedaan had hier. En toch... toch zijn de mensen zooo vriendelijk, voor hen kan ik ook een Amerikaandie hDan kwam er een spannend moment. Ho Chi Minh was de plek waar ik mijn fiets naar toe gestuurd had. Met een heel bang hartje gingen we naar het postbureau en even later zag ik mijn bolide terug, samen met de doos bagage, in perfecte staat!!!
De Mekong Delta bezocht waar de temperatuur plots verdubbeld was, sorry mensen thuis in de sneeuw, maar hier is het sindsdien echt superwarm, heerlijk. De tocht over de grens verliep vlotter dan verwacht met die extra bagage, de lokale mensen vinden wel steeds een oplossing om de fiets ergens op of aan te binden.
Met toch het gevoel dat het nog geen tijd was om dit prachtige land met vriendelijke mensen te verlaten, stonden we aan de grens van het volgende land, Cambodia.
In Phnom Penh werden we verwelkomd door ,als ware het een zwerm muskieten, tuktukdrivers die onophoudelijk en erg irriterend je willen vervoeren. Voordeel van het overaanbod is dat je ze tegen elkaar kunt uitspelen en zo een goedkopere prijs bekomt. Beetje sightseeing gedaan door de hoofdstad, met een bezoek aan het Tuol Sleng museum waar je de gruwelen van de Rode Khmer met Pol Pot kunt zien. Ook hier zo een verschrikkelijke oorlog die vele mensen op gruwelijke wijze het leven kostte.
Een tocht naar het erg afgelegen noorden van het land bracht ons temidden van kleine dorpjes met enkel hutjes uit bamboe en waar de armoe duidelijk was. Het land is zeker het armste dat ik op mijn hele trip heb aangedaan. Terwijl aan de andere kant ik het gevoel heb dat het toerisme erg uitgebuit wordt, en de prijzen voor toeristattracties absoluut niet in verhouding staan met de levenstandaard van de mensen. Dit was heel duidelijk toen we een natuurpark wilden bezoeken. We moesten maar liefst 30 dollar ophoesten enkel om in de buurt aanwezig te mogen zijn, zonder eten, accomodatie of gids. Absurd, en konden we ook niet betalen met het geld dat we bij ons hadden in deze vergeten hoek. We vroegen dan maar onderdak aan een soort boeddhistisch klooster, eigenlijk niet veel meer dan een grote hut op stelten. Het was geen probleem en konden er ook eten. Heel leuke ervaring.
De laatste stop samen was Siem Reap, de uitvalsbasis om de machtige indrukwekkende tempels van Angkor te bezoeken. Een snuifje cultuur op de reis na al die natuur was wel op zijn plaats. Hoewel je hier het spoor van het massatoerisme weer betreed blijven de tempels hun eigen indrukkende zelf behouden, met de door boomwortels overgroeide tempelcomplex.
Na een paar laatste Angkorbiertjes genuttigd te hebben was het tijd om terug afscheid te nemen. Ik heb genoten van nog eens gewoon int Vloams te kunnen zeveren (en dat hebben we genoeg gedaan) , de fiets even aan de kant te laten staan en samen te reizen. Maar nu kijk ik toch wel erg uit om terug op de fiets te springen en dit boeiende stukje wereld vaop de fiets te verkennen.
Mijn tocht begint ook een beetje te korten, de terugvlucht is zelfs reeds geboekt wat een vreemd gevoel is. Maar als alles goed gaat zit ik zondag 3 maart op het vliegtuig naar huis.